Onderwerpen in dit artikel:

Wanneer er sprake is van koemelkallergie, reageert het immuunsysteem ongewenst op de eiwitten in koemelk. Nog altijd behoort koemelkallergie (KMA) tot een van de meest voorkomende voedselallergieën bij kinderen1. De meeste kinderen met KMA groeien vóór de basisschoolleeftijd over de allergie heen. Toch houdt een deel blijvende symptomen van allergie of ontwikkelt andere allergische aandoeningen in de loop van de tijd.1-3

Een verhoogde extra ziektelast

Onderzoek toont een significante extra ziektelast bij koemelkallergie. Dit gaat verder dan de allergische symptomen en manifesteert zich als verhoogd risico op infecties, maag-darm problemen, huidproblemen en luchtwegklachten, ook op langere termijn.14 Lees hier meer.

Het is aannemelijk dat er sprake is van een verminderde immuunrespons, mogelijk mede door een verhoogde darmpermeabiliteit en een dysbiose in de darmmicrobiota17 Deze dysbiose komt vaak voor bij kinderen met koemelkallergie.5,9,18-22

De dieetbehandeling van koemelkallergie

Er vindt een verandering plaats in de dieetbehandeling bij koemelkallergie waarbij, naast effectieve symptoomverlichting bij koemelkallergie, steeds meer aandacht uitgaat naar ondersteunen van het immuunsysteem ter vermindering van extra ziektelast.11,23

Focuspunt 1: STOP de allergiesymptomen

Dieetbehandeling bij koemelkallergie richt zich in eerste instantie op het vermijden van (intacte) koemelkeiwitten in de voeding24.

Borstvoeding is eerste keus, óók bij koemelkallergie:25

Wanneer de zuigeling borstvoeding krijgt en koemelkallergische symptomen heeft, kan worden geadviseerd aan de moeder om (tijdelijk) koemelk(eiwit) te mijden24.

Proteins

Hypoallergene zuigelingenvoeding:

Wanneer borstvoeding niet mogelijk is, of niet gewenst, zal een zuigeling flesvoeding gebruiken.

Intensief eiwithydrolysaat (eHF): De eerste stap in het elimineren van koemelk is het gebruik van een zuigelingenvoeding op basis van een intensief eiwithydrolysaat (eHF). Hierbij zijn de koemelkeiwitten in kleine stukjes geknipt.24 Alle dieetvoedingen bij allergie hebben een effectiviteit van meer dan 90%.26-28

Aminozuurvoeding (AAF): Soms zorgt een eHF voor onvoldoende verlichting van de klachten, en is een dieetvoeding op basis van vrije aminozuren nodig.24 Deze is volledig koemelkvrij.

Focuspunt 2: VERMINDER extra ziektelast

Ziet u in uw praktijk ook dat allergische zuigelingen vaker kwakkelen met hun gezondheid? Een verscheidenheid aan gerandomiseerde studies en een onlangs verschenen real-world evidence onderzoek tonen aan dat allergische zuigelingen significant vaker ziek zijn. Zo kampen ze vaker met oorinfecties (+30%) en maagdarminfecties (+74%).14 Kinderen met koemelkallergie hebben dus een hogere ziektelast, die verder gaat dan alleen allergieklachten. Een optimale dieetbehandeling bij allergie richt zich niet alleen op symptoombestrijding, maar zet ook in op ondersteuning van het immuunsysteem en hiermee de vermindering van de extra ziektelast. 

Moedermelk: de ultieme synbiotica

Borstvoeding is de beste voeding voor baby’s, ook bij allergie. Moedermelk bevat alle essentiele nutriënten en geeft de beste support voor optimale groei en ontwikkeling van een zuigeling.29 Deze componenten dragen zorg voor een gezonde ontwikkeling van de darmmicrobiota.30,31 Onderzoek naar moedermelk richt zich onder andere op de microbiota-bevorderende eigenschappen van pre- en probiotica.31,32

Synbiotica in hypoallergene flesvoeding

Wanneer borstvoeding niet mogelijk of gewenst is, kiezen we liefst een flesvoeding zoveel mogelijk gelijkend op moedermelk. Een recente ontwikkeling in flesvoeding bij allergie is de toevoeging van synbiotica, gebaseerd op decennialang onderzoek naar immuunmodulerende effecten van moedermelk. Onze gepatenteerde mix van specifieke pre- en probiotica (Syneo®) helpt het immuunsysteem te ondersteunen.8,9-11 Syneo® staat voor het synergetisch effect: De prebiotische vezelmix fungeert als voedsel (substraat) voor de gunstige bacteriën.33

Vermindering extra ziektelast bij allergie – met SYNEO support

Onze gepatenteerde mix van specifieke pre- en probiotica (Syneo®) helpt het immuunsysteem te ondersteunen en vermindert zo de extra ziektelast bij koemelkallergie.4-6,8,9,11 Hieronder vindt u een samenvatting van klinische onderzoeksresultaten met Syneo. 

In de dieetbehandeling bij allergie denkt u aan Syneo® voor een verminderde extra ziektelast. 4-6,8,9,11 Een recente studie toont aan dat zuigelingen met koemelkallergie binnen de Syneo®-testgroep gemiddeld 30% eerder klachtenvrij konden stoppen met hun dieetbehandeling.4 Tevens hadden koemelkallergische zuigelingen die voeding met Syneo® gebruikten, minder infecties en gebruikten minder medicatie.4,6,8,9,11 Ook rapporteerde 70% van de ouders een verbeterde slaap13 en alle ouders gaven aan dat de kwaliteit van leven binnen het gezin was verbeterd ten opzichte van zuigelingen met een voeding zonder synbiotica.12

Onze hypoallergene flesvoeding:

Koemelkallergie

Nutricia voor Professionals

Nutricia voor Professionals Careline

Referenties

  1. Fiocchi A, et al. World Allergy Organization on (WAO) Diagnosis and Rationale for Action against Cow’s Milk Allergy. (DRACMA) Guidelines Pediatr Allergy Immunol 2010:21;1-125.
  2. Vandenplas, Y et al. (2014) Pediatr Gastroenterol Hepatol Nutr. 17(1): p. 1–5
  3. Wood RA. The natural history of food allergy. Pediatrics 2003;111:1631-37.
  4. Sorenson K et al. Nutrients 2021:13(7);2205.
  5. Candy, et al. Pediatr Res, 2018;83(3):677-86.
  6. Van der Aa LB, et al. Clin Exp Allergy,2010; 40(5):795-804
  7. Van der Aa LB, et al. Allergy, 2011;66(2):170-7
  8. Chatchatee P et al. J Allergy Clin Immunol 2022;149(2):650-658.
  9. Burks AW et al. (2015) Pediatr Allergy Immunol. 26(4):316-322
  10. Harvey B et al. (2014) Pediatr Res 75(2):343-51
  11. Fox A Clin.Transl Allergy 2019;15;9:5
  12. Kinnear FJ, et al. E-poster at the Nutrition & Growth Congress 2021.
  13. Kinnear KJ. Complete Nutrition (CN). 2021.
  14. Sorensen K et al. Immun Inflamm Dis. 2021;1-11.
  15. Michaelis L et al. Clin Exp Allergy. 2019;49:1534-40.
  16. Meyer R et al. World Allergy Organization Journal. 2017:10;8.
  17. Wopereis, Pediatr Allergy Immunol 2014: 25: 428–438
  18. Ling Z, et al. Appl Environ Microbiol, 2014;80:2546-54.
  19. Thompson-Chagoyan OC, et al. Pediatr Allergy Immunol, 2010;21:e394-400.
  20. Lewis ZT and Mills DA. Nestle Nutr Inst Workshop Ser, 2017;88:149-59.
  21. Wopereis H et al. (2019) Clin Transl Allergy 31;9:27
  22. Canani RB, et al. ISME J. 2016;10(3):742-750
  23. Anagnostou K, et al. Arch Dis Child. 2015;100(4):386-390.
  24. Sprikkelman AB et al. (2012) Richtlijn diagnostiek van koemelkallergie bij kinderen in Nederland.
  25. WHO. Infant and young child feeding. 2003.
  26. Giampietro PG, et al. Pediatr Allergy Immunol 2001 Apr;12(2):83-6
  27. Koletzko S et al. (2012) JPGN 55(2):221-229
  28. American Academy of Pediatrics (2000) Pediatrics 106:346-9.
  29. Jeurink P V. et al, Benef Microbes. 2013;4(1):17-30.
  30. Martin R, et al. Benef Microbes. 2010;1(4):367-382.
  31. Scholtens PAMJ, et al. J. Annu Rev Food Sci Technol. 2012;3(1):425-447.
  32. Hunt KM, et al. PLoS One, 2011;6(6):e21313.
  33. Boehm G et al. (2003) Acta Paediatr Suppl 91(441):64-67
  34. Matsuki T, et al. (1999) Appl Environ Microbiol. 65(10):4506–4512
  35. Mikami K, et al. (2012) Pharmaceuticals. 5(6):629–642
  36. Salminen S, et al. Nutrients 2020;12:1952
  37. Oozeer R et al (2013) Am J Clin Nutr. 98(2):561S-561S.
  38. Schouten B, et al. J Nutr, 2009;139:1398-403.
  39. Roger LC, et al. Microbiology, 2010;156(11):3329-41.
  40. Hubbard et al. Immun Inflamm Dis, 2022; 10(6):e636