Onderwerpen in dit artikel:

Geen onduidelijkheid meer over de voedingsstoffen en ingrediënten in flesvoeding. In dit abc staat een uitleg over alle voedingsstoffen en ingrediënten in flesvoeding en de functie ervan.

Alle voedingsstoffen in flesvoeding

Op deze pagina staan alle voedingsstoffen in flesvoeding op een rijtje. Veel voedingsstoffen in flesvoeding zijn verplicht, andere mogen vrijwillig worden toegevoegd. Alle ingrediënten die verplicht zijn, zijn blauw, alle ingrediënten die vrijwillig mogen worden toegevoegd zijn groen in kleur aangegeven.

Arachidonzuur (AA)

AA is een van de lange keten meervoudig onverzadigd vetzuren (long chain polyunsaturated fatty acids – LCPUFA/ 20:4 ; n-6) die van nature in moedermelk zitten. De hersenen en de retina bestaan voor een groot deel uit deze vetzuren. Volwassenen kunnen vetzuren zoals linolzuur (LA) en alfa-linoleenzuur (ALA) omzetten in DHA en arachidonzuur (AA). Bij baby’s is dit mechanisme niet efficiënt genoeg om aan de grote vraag naar DHA en AA te voldoen. Jonge kinderen hebben beide vetzuren nodig en ook de balans tussen DHA en AA is belangrijk. In borstvoeding zitten niet voor niets beide vetzuren, met van AA minimaal evenveel als van DHA1,2. De verhouding DHA/AA in Nutrilon stemt overeen met de verhouding in moedermelk.

Alfa-linoleenzuur (ALA)

ALA is een van de lange keten meervoudig onverzadigd vetzuren (long chain polyunsaturated fatty acids – LCPUFA/ 18:3 ; n-3) die van nature in moedermelk zitten. Het is een door de EFSA verplicht gestelde voedingsstof in flesvoeding3.

Biotica

Verzamelnaam voor pre-, pro-, post- en synbiotica

Prebiotica:

Prebiotica zijn onverteerbare koolhydraten(vezels) die in de darm een voedingsbodem vormen, zodat gunstige bacteriën kunnen groeien en functioneren. Moedermelk bevat van nature prebiotische vezels, beter bekend als HMO’s (Human Milk Oligosacchariden).

Probiotica:

Probiotica zijn gunstige bacteriën die men aan producten toevoegt vanwege de gunstige werking voor de darmmicrobiota.

Postbiotica:

Postbiotica zijn de stofwisselingsproducten van goede bacteriën die bijvoorbeeld ontstaan in een fermentatieproces. Flesvoeding met postbiotica is de meest recente stap in de ontwikkeling van flesvoeding. De voeding bevat dan de stofwisselingsproducten van bacteriën, en deze helpen onder andere bij de vertering van voedingsstoffen. Zo ontstaat lactase, daalt het lactose-gehalte, vindt er al een soort voorvertering van eiwit plaats en daalt de pH-waarde van de voeding 4.

Synbiotica

Synbiotica bestaat uit een combinatie van pre- en probiotica.

Ca/ Calcium/ calciumfosfaat

Calcium is verplicht in flesvoeding. Calcium is onder andere een belangrijke bouwsteen van botweefsel en dus voor kinderen in de groei is een tekort aan calcium oorzaak van inadequate groei3.

Carnitine

Het aminozuur l-carnitine is een zogenoemd halfvitamine. Carnitine is van nature aanwezig in moedermelk. Pasgeboren baby's produceren deze stof zelf nog niet of in onvoldoende mate. Na een tijdje kan het lichaam zelf voldoende van deze stof aanmaken uit de aminozuren lysine en methionine. Carnitine is een door de EFSA verplicht gestelde voedingsstof in flesvoeding3.

Caseïne

Naast wei-eiwit is dit een van de hoofdtypen eiwit uit melk. In moedermelk varieert het gehalte aan caseïne met de duur van de lactatieperiode. Het gehalte aan caseïne is heel laag (ca. 10%) gedurende de eerste 3-4 dagen, en loopt op tot rond de 45% in de eerste maanden en rond de 50% rond de 6 maanden3.

Cl/ Chloride

Chloride draagt bij tot de normale spijsvertering door de productie van zoutzuur in de maag8. Chloride komt voor in moedermelk en is verplicht in flesvoeding3.

Cholecalciferol/ Vitamine D

Cholecalciferol oftewel vitamine D is verplicht in flesvoeding. Dit in vetoplosbare vitamine speelt een rol bij het calcium en fosfaat metabolisme en is noodzakelijk voor een goede botgezondheid3.

Choline/ Cholinechloride

Choline is van nature aanwezig in moedermelk. Het wordt ook wel een half-vitamine genoemd. Pasgeboren baby's produceren deze stof zelf nog niet of in onvoldoende mate. Maar al vrij snel na de geboorte kan het lichaam zelf voldoende van deze stof aanmaken. Choline is een door de EFSA verplicht gestelde voedingsstof in flesvoeding voor kinderen tot een half jaar3.

Cyanocobalamine/ Vitamine B12

Cyanocobalamine, ook wel vitamine B12 genoemd, is verplicht in flesvoeding. Hetdraagt onder andere bij aan de normale werking van het zenuwstelsel3.

D-Biotine/ Vitamine B8

D-biotine wordt ook wel vitamine B8 genoemd en is verplicht in flesvoeding. Het draagt onder andere bij aan een normale stofwisseling van koolhydraten, vet en eiwitten3.

Docosahexaeenzuur (DHA)

DHA is een van de lange keten meervoudig onverzadigd vetzuren (long chain polyunsaturated fatty acids - LCPUFA) die van nature in moedermelk zitten. De hersenen en de retina bestaan voor een groot deel uit deze vetzuren. Volwassenen kunnen vetzuren zoals linolzuur (LA) en alfa-linoleenzuur (ALA) omzetten in DHA en arachidonzuur (AA). Bij baby’s is dit mechanisme niet efficiënt genoeg om aan de grote vraag naar DHA en AA te voldoen. Sinds 1992 voegt Nutricia al LCPUFA toe aan voedingen voor prematuren. Sinds begin 2020 is DHA verplicht in zuigelingenvoeding en moet er 20-50 mg DHA per 100 kcal aanwezig zijn3. Jonge kinderen hebben beide vetzuren nodig en ook de balans tussen DHA en AA is belangrijk. In borstvoeding zitten niet voor niets beide vetzuren, met van AA minimaal evenveel als van DHA3,5,6. De verhouding DHA/AA in Nutrilon stemt overeen met de verhouding in moedermelk.

DL-α-Tocoferol/Vitamine E

DL-α-tocoferol, oftewel het in vetoplosbare vitamine E is verplicht in flesvoeding. Het helpt  als antioxidant lichaamscellen te beschermen tegen schadelijke invloeden van buitenaf3.

Eiwitten

Eiwitten zijn verplicht in flesvoeding. Ze zijn belangrijk voor de groei en ontwikkeling van een baby. Een adequate eiwitvoorziening is gewenst. De EFSA stelt minimum en maximum voor de hoeveelheid eiwit in flesvoeding en de aminozuursamenstelling dient overeen te komen met die van moedermelk3. Er zijn sterke aanwijzingen dat een te hoog eiwitgehalte in de voeding van kinderen onder de 3 jaar samengaat met overgewicht op latere kinderleeftijd 5-7.

Emulgator

Een emulgator is een stof die ervoor zorgt dat een vloeistof en vet zich kunnen mengen en dat dat stabiel blijft. Zonder emulgator zou er geen homogene flesvoeding ontstaan bij bereiding van het poeder met water.

F/ Fluoride

Fluoride is niet altijd in moedermelk aanwezig en de EFSA acht het niet nodig dat flesvoeding fluoride bevat en stelt hiervoor een maximum3.

Folaat / pteroylmonoglutaminezuur/ Vitamine B11       

Folaat, ook wel bekend onder de naam foliumzuur of vitamine B11 is verplicht in flesvoeding. Het speelt bijvoorbeeld een rol in (het proces van) DNA-synthese, weefselgroei en – ontwikkeling, ondersteunt het immuunsysteem en het zenuwstelsel3.

P/ Fosfor/ fosfaat

Fosfor is een verplicht mineraal in flesvoeding. Het speelt een rol op vele plekken in het lichaam en is samen met calcium belangrijk voor een geode botopbouw3.

Fructo-oligosachariden (FOS)

Fructo-oligosachariden zijn vezels die van nature ook in moedermelk voorkomen. Ze vormen een voedingsbodem voor de gunstige bacteriën in de darmmicrobiota en worden daarom ook wel prebiotische vezels genoemd 8-10. In moedermelk is de verhouding tussen GOS en FOS 9:1. Nutricia voegt daarom de prebiotische vezelmix scGOS:lcFOS 9:1 toe.

Fytomenadion/Vitamine K

Fytomenadion oftewel Vitamine K is verplicht in flesvoeding. Vitamine K ondersteunt de bloedstolling3.

Galacto-oligosachariden (GOS)

Galacto-oligosachariden zijn vezels die van nature ook in moedermelk voorkomen. Ze vormen een voedingsbodem voor de gunstige bacteriën in de darmmicrobiota en worden daarom ook wel prebiotische vezels genoemd8-10. In moedermelk is de verhouding tussen GOS en FOS 9:1. Nutricia voegt daarom de prebiotische vezelmix scGOS:lcFOS 9:1 toe.

3’-Galactosyllactose (3’GL)

3’-galactosyllactose (3’GL) is een humane milk oligosacharide (HMO) die ontstaat als stofwisselingsproduct - postbiotica dus – tijdens het unieke LactofidusTM fermentatieproces. De structuur van deze 3’GL is identiek aan de 3’GL die in moedermelk voorkomt. Naast de prebiotische functie heeft deze HMO een beschermend effect op de darmbarrière11

Glucose

Glucose is een monosaccharide (suiker) dat ook ontstaat bij de afbraak van lactose (een disacharide). Het wordt bij voorkeur niet toegevoegd aan flesvoeding, er mag maximaal 2 gram per 100 kcal in zitten bij gehydrolyseerde voedingen om de wat bittere smaak te maskeren3.

IJzer

IJzer is verplicht in flesvoeding. Het gehalte is na een half jaar bij voorkeur hoger dan de eerste 6 maanden3. IJzer levert onder andere een bijdrage aan de normale ontwikkeling van cognitieve functies van kinderen, het helpt bij een normaal zuurstoftransport in het lichaam en ondersteunt de werking van het immuunsysteem 3. Gedurende de eerste maanden van het leven heeft een a term geboren kind een flinke voorraad ijzer meegekregen van de moeder en is er een minimaal aanvulling nodig. Na een half jaar is meer aanvulling nodig3.

Inositol

Inositol is een polyol oftewel suikeralcohol die in borstvoeding zit. Het speelt een rol veel belangrijke biologische processen in het lichaam zoals regulatie van de cel-osmolariteit, de ontwikkeling van het  centraal zenuwstelsel en de productie van fosfolipiden3. De EFSA stelt een verplicht minimum in flesvoeding voor kinderen tot en met 6 maanden3. Daarna levert de andere voeding waarschijnlijk voldoende inositol.

I/ Jodium

Jodium is verplicht in flesvoeding. Dit mineraal ondersteunt het onder andere een normale schildklierwerking en de werking van het zenuwstelsel3.

K/ Kalium/ kaliumchloride/kaliumcitraat

Kalium is verplicht in flesvoeding. Het heeft onder andere een rol bij de functioneren van zenuwen, spieren en het transport van voedingsstoffen in het lichaam3.

Koolhydraten

De koolhydraten in moedermelk bestaan voor het overgrote deel uit de disacharide lactose (melksuiker). Koolhydraten zijn verplicht in flesvoeding, maar het gehalte is wel aan een minimum en maximum gebonden3.

Cu/ Koper/ kopersulfaat

Koper is verplicht in flesvoeding. Het draagt onder andere bij tot de normale werking van het zenuwstelsel, het hart de hersenen en het immuunsysteem3.

Lactose

Lactose is verplicht in flesvoeding. Lactose oftewel melksuiker maakt in moedermelk 80% van de totale koolhydraten uit. Daarom geeft de EFSA aan dat lactose ook de ‘voorkeurssuiker’ is in flesvoeding3.

L-ascorbinezuur/ ascobylpalmintaat/ vitamine C

L-ascorbinezuur oftewel vitamine C is verplicht in flesvoeding. Het heeft vele functies in het lichaam, onder andere speelt het een rol bij de weerstand en het beperken van oxidatieve schade3.

Linolzuur (LA)

Linolzuur is een essentieel lange keten vetzuur (18:2, n-6). Het is een van de bouwstoffen van de celwanden en dit essentiële vetzuur speelt een rol bij de groei en ontwikkeling van kinderen3. LA is verplicht in flesvoeding3.

Mg/ Magnesium/ Magnesiumchloride

Magnesium is verplicht in flesvoeding. Dit mineraal speelt een rol in veel enzymatische reacties en in het zenuwstelsel3.

Mn/ Mangaan

Het mineraal mangaan is verplicht in flesvoeding. Mangaan, heeft een rol in de opbouw van kraakbeen (in de gewrichten) en speelt een rol bij de botaanmaak3.

Molybdeen

Het mineraal molybdeen is verplicht in flesvoeding. Het draagt bij tot een normaal zwavel-aminozuurmetabolisme3.

Na/ Natrium /Natriumcitraat/Natriumchloride

Het mineraal natrium speelt een rol in de waterhuishouding in het lichaam, het regelen van de bloeddruk en voor een goede werking van spier- en zenuwcellen3. Daarom stelt de EFSA ook een verplicht minimum voor flesvoeding3.

Nicotinamide /niacine/Vitamine B3

Nicotinamide oftewel vitamine B3 is verplicht in flesvoeding. Het is onder andere belangrijk voor de huid en ondersteunt de normale werking van het zenuwstelsel3.

Nucleotiden / cytidine 5- monofosfaat/uridine 5 monofosfaat/adenosine 5 monofosfaat/inosine 5 monofosfaat/ guanosine 5 monofosfaat

Nucleotiden komen voor in moedermelk en spelen een rol in de opbouw van het immuunsysteem12-16. Vooral snelgroeiende cellen, zoals cellen van het immuunsysteem, hebben nucleotiden nodig voor groei en functie 12-16. Verder spelen nucleotiden een belangrijke rol bij energiemetabolisme, signaaloverdracht en enzymatische reacties 12-16. Onderzoek heeft aangetoond dat toevoeging van nucleotiden aan zuigelingenvoeding een positief effect heeft op de immuunrespons en tevens het risico op diarree vermindert 12-16.

Pantoteenzuur/ calcium D panthotaat/ Vitamine B5

Oftewel vitamine B5, bevordert onder andere de energiestofwisseling3. Deze vitamine is verplicht in flesvoeding.

Plantaardige oliën

Om de vetzuursamenstelling van flesvoeding zoveel mogelijk te laten overeenkomen met die van moedermelk is een mix van verschillende plantaardige oliën nodig3.

Polyolen

Polyolen zijn complexere koolhydraten dan mono- en disachariden. Het gehalte in borst- en dus ook in flesvoeding is laag omdat een baby voor de energievoorziening vooral is aangewezen op mono- en disachariden zoals lactose. Zie Inositol

Pyridoxine/ pyridoxinehydrochloride/ Vitamine B6

Pyridoxine oftewel vitamine B6 hoort in flesvoeding te zitten. Dit vitamine heeft een rol in de opbouw en afbraak van eiwitten en koolhydraten en speelt een rol in de zenuwbanen3.

Retinoylpalmitaat/Vitamine A

Retinylpalmitaat is een vorm van vitamine A.  Dit in vetoplosbare vitamine ondersteunt onder andere het immuunsysteem en is belangrijk voor de huid en voor het gezichtsvermogen3. Het is verplicht in flesvoeding.

Se/ Seleen/ Natriumseleniet

Seleen is een verplicht mineraal in flesvoeding. Het zorgt mede voor een goede weerstand, heeft een rol bij de werking van de schilklier en beschermt cellen tegen oxidatieve schade3.

Sojalecithine

Sojalecithine is een emulgator. Zie emulgator

Riboflavine/Vitamine B2

Riboflavine – oftewel vitamine B2 – moet in flesvoeding zitten. Dit vitamine draagt onder andere bij tot de instandhouding van normale rode bloedcellen, is goed voor het gezichtsvermogen en voor de slijmvliezen3.

Taurine

Taurine is een bioactieve stof. Deze stof komt van nature in het lichaam voor, maar het lichaam kan deze stof ook zelf maken. Er waren aanwijzingen dat deze stof een rol speelt in de vetabsorptie en de leverfunctie. Volgens de EFSA ontbreekt voldoende wetenschappelijk bewijs voor verplichting in flesvoeding1. Er zijn geen negatieve effecten bekend van toevoegen van taurine3.

Thiaminehydrochloride /Vitamine B1

Thiaminehydrochloride wordt ook wel vitamine B1 genoemd en is verplicht in flesvoeding. Het speelt een rol in het energiemetabolisme en draagt bij tot de normale werking van zenuwen3.

Vetten

Vetten leveren energie en zijn de leverancier van essentiële vetzuren linolzuur en alfa-linoleenzuur, en van AA en DHA. Bovendien bevat vet de in vet oplosbare vitamines A, D en E.

Visolie

Omdat zowel koemelk als plantaardige oliën niet het vetzuur DHA bevatten en DHA wel verplicht is, is er visolie nodig in flesvoeding. Visolie is een bron van DHA3.

Wei-eiwit/wei-concentraat/ gedemineraliseerde wei

Wei is een van de hoofdtypen eiwit uit melk. Albuminen en globulinen zijn voorbeelden van wei-eiwitten. In moedermelk is ongeveer 40% van de eiwitten wei-eiwit3.

Zn/ Zink/Zinksulfaat

Zink is verplicht in flesvoeding3. Zink heeft vele functies in het lichaam, van ondersteunen van de celdeling tot het metabolisme van koolhydraten en vetzuren en van bijdragen aan opbouw van eiwitten tot genezing van wondjes3.

Referenties

  1. Koletzko et al (2020) Am J Clin Nutr 111(1):10-16
  2. Tounian (2021) Arch Pediatr 28(1):69-74
  3. EFSA Panel on Dietetic Products, Nutrition and Allergies (NDA) (2014) doi.org/10.2903/j.efsa.2014.3760
  4. Salminen (2020) Nutrients 12,1952
  5. Gunther (2007) Am J Clin Nutr 85:1626-1633
  6. Koletzko (2009) Am J Clin Nutr 89: 1-10
  7. Öhlund (2010) Eur J Clin Nutr 64:138-145
  8. Scholtens (2014) World J Gastroenterol 20(37): 13446-13452
  9. Arslanoglu (2008) J Nutr 138(6): 1091-1095
  10. Bruzzese  (2009) Clin Nutr 28: 156–161
  11. Varasteh (2019) ESPGHAN conference, 5-8
  12. Buck (2004) Pediatr Res 56,891-900
  13. Carver (1991) Pediatrics 88,359-363
  14. Pickering (1998) Pediatrics 101,242-249
  15. Schaller (2004) Pediatr Res 56,883-890
  16. Guierrez-Castrellon (2007) Br J Nutr 98,S64-S67

Borstvoeding is de beste voeding voor baby’s. Deze informatie is uitsluitend bestemd voor (para)medici. • Maart 2021