Onderwerpen in dit artikel:
Monitoren groei en signaleren ondergewicht
Kinderen met ADHD die medicatie gebruiken, hebben een 60% hoger risico op ondergewicht dan kinderen zonder de diagnose ADHD1.
Kinderen met ADHD hebben een risico om ondervoed te raken. Enerzijds vanwege het ontbreken van het hongergevoel als gevolg van de medicamenteuze behandeling en anderzijds doordat ze te onrustig zijn om hun maaltijden volledig te consumeren. Hierdoor kan de totale inname aan voedingsstoffen lager zijn dan de behoefte die deze kinderen hebben om voldoende te groeien en ontwikkelen2
Het is van groot belang om kinderen met voedingsproblemen, gewichtsafname en stagnerende groei tijdig te signaleren om zo negatieve korte en lange termijn gevolgen te voorkomen.
Om ondervoeding te voorkomen is er binnen de Zorgstandaard ADHD een duidelijk advies geformuleerd om het gewicht te monitoren3:
- Meet gewicht bij start en daarna na 3 en 6 maanden en uiteindelijk om de 6 maanden, of vaker als er zich problemen voordoen;
- Meet bij start en daarna elke 6 maanden de lichaamslengte;
- Houd lengte en gewicht van kinderen en jongeren op een groeicurve bij.
Figuur 1: Monitoren gewicht en lengte3
Signaleer ondervoeding
Als de lengte en het gewicht van kinderen en jongeren is uitgezet op de groeicurve, bepaal je de SD-score van gewicht en lengte en interpreteer je de gevonden waarden in de groeicurve.
Gebruik de onderstaande criteria om ondervoede kinderen tijdig te signaleren. Acute en chronische ondervoeding zijn een indicatie voor verdere evaluatie en (dieet)behandeling4.
Tabel 1: Antropometrische criteria voor acute en chronische ondervoeding5
LEEFTIJD | CRITERIUM |
Acute ondervoeding | |
> 1 jaar | Gewicht naar lengte ≤ –2 SD |
0-18 jaar | Gewicht buigt > 1 SD af |
Chronische ondervoeding | |
0-18 jaar | Lengte naar leeftijd < –2 SD |
≥ 4 jaar | Lengte buigt > 0,25 SD af in de voorgaande 12 maanden |
Aangepast uit: Richtlijn Ondergewicht NVK, versie 12, 2 april 2019.
Ondervoeding
De Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) definieert ondervoeding als een toestand waarbij een disbalans bestaat tussen voedingsbehoefte en voedselinname, waardoor toenemende tekorten aan energie, eiwit en andere voedingsstoffen ontstaan, met meetbaar nadelige effecten op vorm en functie van de weefsels en het lichaam, op groei en ontwikkeling en op de klinische uitkomstmaten van ziekte6.
Figuur 2. Vormen van ondervoeding7
Gevolgen van ondervoeding
Korte termijn6
Ondervoeding kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid en het welbevinden van kinderen en jongeren. Directe lichamelijke gevolgen zijn afvallen, lage bloedsuikerspiegel (hypoglykemie), verlies van spiermassa en verhoogde vatbaarheid voor infecties. Het langdurig niet eten van één of meer voedingsmiddelen kan voedingsdeficiënties (bijvoorbeeld ijzer, calcium) veroorzaken. Sommige gevolgen van ondervoeding kunnen levensbedreigend zijn, zoals hartritmestoornissen, hartfalen of hypoglykemie. Psychische klachten bij ondervoeding kunnen zijn: depressiviteit, (sociale) angstklachten, gedragsproblemen, concentratie- en geheugenstoornissen en obsessief denken over eten.
Ondervoeding leidt tot een langzamer herstel en complicaties bij ziekte en operaties. Kinderen met acute ondervoeding verblijven gemiddeld 45% langer in het ziekenhuis dan kinderen met een normale voedingstoestand.
Lange termijn6
Ondervoeding kan leiden tot een vertraagde groei en ontwikkeling. Meestal buigt dan eerst het gewicht en later de lengte af. Bij normalisering van het onvolwaardige voedingspatroon treedt inhaalgroei op. Maar het eerdere groeiniveau wordt niet altijd meer bereikt. Groeiachterstand kan ook leiden tot een achterstand in de cognitieve ontwikkeling. Kinderen met een groeiachterstand hebben vaker een achterstand in de taalontwikkeling en gedragsproblemen. Bij oudere kinderen kan ondervoeding leiden tot het uitblijven van de menstruatie en de seksuele rijping.
Tabel 2: Korte- en langetermijngevolgen van ondervoeding6
Korte termijn | Lange termijn |
---|---|
|
|
Aangepast uit: JGZ richtlijn ondergewicht 2019.
Referenties
- Waring ME, et al. Overweight in children and adolescents in relation to attention-deficit/hyperactivity disorder: results from a national sample. Pediatrics. 2008;122:1–6.
- Sha'ari N, et al. Nutritional status and feeding problems in pediatric attention deficit–hyperactivity disorder. Pediatr Int. 2017;59: 408-15.
- Geestelijke gezondheidszorg. (2019). Zorgstandaard ADHD. GGZ-standaarden. https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/adhd/achtergronddocumenten/verdieping/medische-controle-tijdens-medicamenteuze-behandeling-van-adhd
- Stuurgroep ondervoeding (2016). Leidraad ‘Screening op- en behandeling van ondervoeding bij kinderen opgenomen in Nederlandse ziekenhuizen’.
- Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. Richtlijn Ondergewicht, versie 12, 2 april 2019.
- Nederlands Centrum Jeugdgezondheidszorg. JGZ Richtlijn Ondergewicht, april 2019. https://www.ncj.nl/richtlijnen/alle-richtlijnen/richtlijn/ondergewicht-2019
- Joosten KFM, van Waardenberg D, Kneepkens CMF. Werkboek voeding voor zieke kinderen. Amsterdam: VU University Press; 2017. ISBN:9789086597703. Ook beschikbaar via: http://www.stuurgroepondervoeding.nl/toolkits/werkboek-voeding-zieke-kinderen .